Deze test helpt je inzicht te krijgen in jouw voorkeursleiderschapsstijl(en) voor het leiden van veranderprocessen. Er zijn 20 vragen met telkens vijf opties (A t/m E). Geef bij elke vraag aan:
Let op: Kies dus per vraag maximaal één keer het meeste en één keer het minste.
Denk er niet te lang over na. Beantwoord op basis van je eerste ingeving, dat levert het meest eerlijke beeld op.
Vraag 1: Je hebt een nieuw veranderplan gelanceerd, maar merkt dat de medewerkers terughoudend reageren. Hoe zorg je voor meer draagvlak? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik voer de plannen direct uit; de resultaten zullen het gelijk van de verandering bewijzen.
B Ik ga in gesprek met medewerkers, luister naar hun zorgen en pas eventueel het plan aan.
C Ik organiseer een pilot om het nieuwe plan in kleine setting te testen. De succesverhalen gebruik ik om anderen enthousiast te maken.
D Ik zoek steun bij een paar vertrouwde sleutelpersonen en bouw via hen aan een breder draagvlak.
E Ik hou een inspirerende toespraak waarin ik het doel en de noodzaak van het plan krachtig neerzet.
Vraag 2: Er wordt van bovenaf gevraagd om versneld te veranderen. Binnen je team is onrust over het hoge tempo. Wat doe je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik voer de druk op en stel strakke deadlines om het tempo hoog te houden.
B Ik overleg met het team en erken hun zorgen. Ik communiceer naar het hoger management dat een rustiger tempo nodig is.
C Ik pas het plan creatief aan, bijvoorbeeld door quick wins te realiseren én tegelijkertijd ruimte scheppen zodat het team kan wennen aan het tempo.
D Ik bescherm het team tegen de hoge druk door het tempo te matigen.
E Ik hamer op de noodzaak van de verandering en motiveer het team om het tempo vol te houden.
Vraag 3: Tijdens een bijeenkomst raakt een teamlid geëmotioneerd en uit zijn frustratie en angst voor de veranderingen. Wat doe je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik hou de discussie zakelijk en blijft bij de inhoud.
B Ik laat de collega uitspreken en erken zijn gevoelens, voordat ik doorga met de inhoud.
C Ik probeer de spanning te verlichten, bijvoorbeeld met een kalmerende opmerking, en zoek daarna creatief naar oplossingen voor zijn zorgen.
D Ik pauzeer de bespreking om de rust te laten terugkeren. In een persoonlijk gesprek verzeker ik de medewerker dat we samen stap voor stap de onzekerheden aanpakken.
E Ik erken kort de emotie, benadruk vervolgens het gezamenlijke doel en roep op tot vertrouwen en moed.
Vraag 4: Door de vele veranderactiviteiten naast het gewone werk raakt je team overbelast. De opdrachtgever verwacht dat je de deadlines haalt. Wat doe je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik schrap minder belangrijke taken en dring eventueel aan op overwerk.
B Ik bespreek met het hoger management wat realistisch is. In het team spreek ik open over de zorgen en bedenken we samen oplossingen.
C Ik zoek creatief naar efficiëntere manieren van werken of slimme shortcuts om de werkdruk te verlagen.
D Ik vertraag waar mogelijk het tempo, delegeer taken naar elders en stel niet-kritieke veranderingen uit.
E Ik spoor iedereen aan de eindstreep te halen en vier tussentijdse successen om te laten zien dat het lukt.
Vraag 5: Je merkt dat medewerkers ogenschijnlijk instemmen met de verandering, maar ondertussen doorgaan op de oude voet. Wat doe je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik spreek uit dat het zo niet gaat en grijp direct stevig in, bijvoorbeeld met sancties op oud gedrag.
B Ik ga in gesprek om te begrijpen waarom mensen moeite hebben met de nieuwe werkwijze.
C Ik zoek naar manieren om de nieuwe werkwijze aantrekkelijker of makkelijker te maken.
D Ik accepteer een langzamere invoering.
E Ik spreek het team vermanend toe: ik benadruk de noodzaak van verandering en dat terugval niet kan.
Vraag 6: Een informele leider in je team geeft openlijk tegengas en ondermijnt je positie. Hoe reageer je op deze uitdaging? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik maak in een persoonlijk gesprek duidelijk wie de leiding heeft en zet desnoods deze persoon op een zijspoor.
B Ik betrek hem bij het plan om samen tot een compromis te komen.
C Ik geef de informele leider een specifieke rol of opdracht binnen de verandering waarin hij zijn ei kwijt kan.
D Ik benadruk in het teamoverleg waardering voor ieders inbreng én het belang van eensgezindheid.
E Ik spreek deze persoon direct aan op zijn gedrag in bijzijn van het team en maakt duidelijk dat ik de koers bepaal en geen tegenwerking duld.
Vraag 7: De koers verandert onverwacht door een nieuw besluit van het management. Je team voelt zich niet gehoord. Hoe neem jij je team mee? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik vertaal het besluit naar een gewijzigd actieplan; ik richt me op het behalen van de doelen en ga discussie uit de weg.
B Ik erken tegenover het team dat zij niet zijn betrokken. Ik probeer hun feedback alsnog te verzamelen en kleine aanpassingen te doen waar mogelijk.
C Ik laat het team meedenken over de invulling en voer de verandering stapsgewijs in.
D Ik leg rustig uit waarom deze verandering er komt en verklein de schok door de verandering te koppelen aan wat ze al kennen.
E Ik straal uit dat er geen discussie is maar dat we er samen voor gaan, waarbij ik zelf het goede voorbeeld geef in commitment.
Vraag 8: Een verandering lijkt niet aan te slaan en het team is teleurgesteld en gedemotiveerd. Hoe reageer je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik blijf gefocust op het eindresultaat en bepaal zelfstandig een nieuwe route.
B Ik bespreek wat er misging, laat iedereen zijn frustratie delen en benadruk de leerpunten.
C Ik analyseer waarom het niet werkte stimuleer spoor iedereen aan om nieuwe ideeën te verzinnen.
D Ik zorg voor rust en herinner het team eraan dat tegenslagen normaal zijn.
E Ik herinner het team aan het grotere doel en spreek moed in.
Vraag 9: Je team is verdeeld over twee oplossingsrichtingen. Wat doe je? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik hak de knoop door op basis van mijn eigen oordeel en zet de gekozen richting krachtig in.
B Ik laat iedereen aan het woord en probeer via discussie tot een gedragen besluit te komen.
C Ik stel voor om beide ideeën kleinschalig uit te proberen of te combineren, zodat we kunnen zien wat het beste werkt.
D Ik stel de beslissing uit voor nader onderzoek en overweging.
E Ik kies met overtuiging voor een van de opties en benadruk dat dit nodig is om de visie te realiseren.
Vraag 10: De verandering raakt diep aan de organisatiecultuur. Hoe ga je om met principiële bezwaren van medewerkers tegen de verandering? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik ga de discussie aan en verdedig het plan met stevige argumenten.
B Ik vraag naar de onderliggende zorgen en probeer samen te ontdekken of aanpassingen mogelijk zijn.
C Ik onderzoek of er een creatieve oplossing is waarbij zowel de verandering kan doorgaan als de principes van de medewerkers gerespecteerd blijven.
D Ik herinner de medewerkers aan eerdere situaties waar veranderingen en kernwaarden samengingen.
E Ik erken het belang van principes, maar benadrukt met gezag dat de verandering noodzakelijk is voor het algemeen belang.
Vraag 11: Je medewerkers zijn ‘verandermoe’. Hoe krijg je je mensen toch weer in beweging? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik wijs op het resultaat dat dit nieuwe verandertraject móét opleveren en stel strakke doelen.
B Samen met het team evalueer ik eerlijk wat eerder niet goed ging en benadruk dat we nu anders te werk zullen gaan.
C Ik pak het deze keer anders en leuker aan, bijvoorbeeld met een speelse kick-off of nieuwe werkvorm, om zo frisse energie en nieuwsgierigheid te wekken.
D Ik benadruk de voordelen voor de groep en laat zien wat gelijk blijft ondanks de verandering.
E Ik hou een vurig betoog om het team opnieuw enthousiast te maken.
Vraag 12: Twee van je teamleden liggen voortdurend met elkaar in de clinch en hun ruzie begint de voortgang te blokkeren. Hoe pak je dit conflict aan? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik stel duidelijke grenzen en spreek beiden hierop aan.
B Ik faciliteer een dialoog om tot wederzijds begrip en een gezamenlijke oplossing te komen.
C Ik kom met een compromis waarin elementen van beide standpunten zitten.
D Ik spreekt ieder individu rustig aan en benadruk het belang van teamgeest.
E Ik maak duidelijk dat deze onenigheid onacceptabel is en benadruk de koers die gevolgd wordt.
Vraag 13: Je team loopt vast bij een complex probleem en blijft vasthouden aan oude oplossingen. Hoe stimuleer je meer creativiteit en nieuwe ideeën? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik zet een ambitieuze doelstelling of strakke deadline, in de hoop dat de druk leidt tot resultaat.
B Ik organiseer een brainstorm in een veilige sfeer waar alle ideeën welkom zijn.
C Ik geef het team de ruimte om te experimenteren.
D Ik zoek eerst naar best practices of beproefde oplossingen die elders werkten.
E Ik daag het team uit met een groot inspirerend doel en geef aan dat geen idee te gek is.
Vraag 14: Een teamlid haakt af in het veranderproces en trekt zich terug. Hoe ga je hiermee om? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik confronteer hem en maak duidelijk wat ik verwacht.
B Ik voer een persoonlijk gesprek om te achterhalen wat er speelt.
C Ik observeer zijn gedrag in bredere context en grijp later in.
D Ik bespreek het met het team en vraag wie kan ondersteunen.
E Ik benadruk het belang van zijn rol binnen het grotere teamplan.
Vraag 15 Een paar invloedrijke collega’s uiten openlijk twijfel over het verandertraject. Daardoor durven anderen hun steun niet uit te spreken. Hoe ga je om met deze groepsdruk? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik confronteer de kritische collega’s en haal hun bezwaren één voor één onderuit, zodat duidelijk wordt dat tegenwerking geen zin heeft en de rest kan volgen.
B Ik ga zowel met de kritische als de stille collega’s in gesprek in een veilige setting zodat iedereen ruimte krijgt om zich uit te spreken.
C Ik verzamel je een paar enthousiaste voorlopers en boek daarmee zichtbare successen, om zo de rest van de groep mee te trekken.
D Ik voer rustige één-op-één gesprekken om te peilen waar de zorgen zitten en probeer vertrouwen te winnen bij twijfelaars.
E Ik spreek het team stevig toe en benadruk het gezamenlijke doel boven individuele kritiek.
Vraag 16 Er is intensieve samenwerking nodig tussen afdelingen die elkaar niet vertrouwen. Er is slechte communicatie tussen de teams. Hoe verbeter je de samenwerking? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik stel heldere taakafspraken en dwing af dat iedereen zich daaraan houdt.
B Ik zet in op open communicatie en teambuilding.
C Ik vorm een gemengd projectteam voor een kleine pilot, zodat beide afdelingen creatief móéten samenwerken aan een succesje.
D Ik organiseer informele momenten om relaties rustig op te bouwen.
E Ik schets een inspirerend overkoepelend doel dat beide afdelingen verbindt en spreek mijn vertrouwen uit in ieders bijdrage.
Vraag 17 Midden in een grote veranderingsoperatie merk je dat veel medewerkers onzeker zijn over hun toekomstige rol en er allerlei geruchten rondgaan. Hoe neem je deze onzekerheid weg? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik communiceer een concreet plan met duidelijke rolverdelingen, zodat mensen weten waar ze aan toe zijn.
B Ik organiseer een open informatiesessie. Ik deel eerlijk wat er wel en niet bekend is en biedt steun en aandacht voor de zorgen die leven.
C Ik geef aan dat veranderingen kansen bieden en moedig medewerkers aan mee te denken over hun nieuwe rol.
D Ik verzeker het team dat hun kerntaken en waarden behouden blijven; stap voor stap geef ik meer duidelijkheid.
E Je brengt een krachtige boodschap van vertrouwen: je spreekt uit dat iedereen nodig is voor het einddoel en geeft duidelijk richting, zodat mensen door jouw zekerheid minder gaan twijfelen.
Vraag 18 Er is een crisissituatie tijdens het project en je moet onmiddellijk een beslissing nemen. Het team heeft nauwelijks kunnen meedenken. Wat doe je in deze dringende situatie? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Je neem de beslissing die volgens mij het beste is en zet direct acties uit; snelheid en daadkracht staan voorop.
B Ik probeer zelfs onder tijdsdruk nog kort een sleutelpersoon te raadplegen, zodat de beslissing enig draagvlak heeft.
C Ik improviseer met een creatieve noodoplossing die flexibel genoeg is om later bij te kunnen sturen.
D Ik grijp terug op een beproefd noodplan of standaardprocedure die iedereen kent.
E Ik hak kordaat de knoop door en communiceer mijn besluit aan iedereen; ik laat zien dat ik vertrouwen heb in deze keuze, zodat er geen twijfel is wie er stuurt.
Vraag 19 Een teamlid stelt een gedurfde nieuwe aanpak voor die de verandering kan versnellen, maar het plan brengt ook duidelijke risico’s mee als het mislukt. Wat doe je met dit voorstel? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik steun het idee en zet de koers ernaartoe uit, ervan uitgaand dat de potentie de risico's waard is.
B Ik laat het team gezamenlijk de voor- en nadelen bespreken; als de groep erachter staat ben ik bereid het te proberen, anders kies ik voor zekerheid.
C Ik stel voor het idee gecontroleerd te testen met een pilot; zo kunnen we innovatief zijn én bijsturen als het misgaat.
D Ik bedank voor het idee maar kies toch voor de vertrouwde weg; ik wil de stabiliteit niet op het spel zetten met een te groot risico.
E Ik geef groen licht en spreek mijn vertrouwen uit dat het zal slagen, waarmee ik het team aanspoor moedig te handelen.
Vraag 20 Er staat een pijnlijke verandering op stapel. Hoe pak je de communicatie aan? Selecteer het antwoord van je voorkeur en selecteer het antwoord dat je het minst bij jou vindt passen.
A Ik communiceer direct en feitelijk het volledige nieuws, hoe hard het ook is.
B Ik kies een moment om eerlijk uit te leggen wat er gaat gebeuren en vang de emoties op.
C Ik deel eerst de grote lijnen en hou details achter tot er meer zeker is.
D Ik bereid het nieuws zorgvuldig voor en deel het pas wanneer het echt moet.
E Ik kondig de verandering zelfverzekerd aan, benadruk dat het nodig is voor de toekomst, en verwacht dat iedereen zich professioneel opstelt ondanks het ongemak.